Na de flitscontroles in februari (transport), april (bouwsector) en juni (horeca), is de schoonmaaksector aan de beurt in augustus.
Deze flitscontroles kunnen door alle sociale inspectiediensten worden uitgevoerd, zoals bv:
- Toezicht Welzijn op het Werk,
- Toezicht op de Sociale Wetten,
- Inspectiediensten van de RSZ,
- Inspectiediensten van de RVA,
- Inspectiediensten van RIZIV of RSVZ,
Deze vragen komen vaak aan bod:
- Wie is de werkgever/opdrachtgever?
- Welk statuut heeft werknemer X?
- Wie betaalt het loon?
- Hoe wordt het loon betaald?
- Zijn er nog loontegoeden?
- Waar worden sociale lasten en belastingen betaald?
Deze vragen geven aan dat de sociale inspectiediensten veel aandacht besteden aan de problematiek van schijnzelfstandigheid in de schoonmaaksector.
! De wetgever heeft in de schoonmaaksector een vermoeden ingevoerd van onderwerping aan de RSZ-Wet. Dit betekent concreet dat al wie in de schoonmaaksector (P.C. 121) werkt, vermoed wordt een werknemer te zijn ten aanzien van de RSZ, waardoor de RSZ socialezekerheidsbijdragen kan (terug)vorderen.
Dit vermoeden kan weerlegd worden indien volgende elementen aangetoond (dus: bewezen) worden:
- De dienstverlener werkt niet hoofdzakelijk voor één medecontractant
- De dienstverlener gebruikt eigen materiaal
- De dienstverlener factureert voor eigen rekening
De opmaak van een duidelijke overeenkomst met een zelfstandige dienstverlener is in elk geval aangewezen.
Uit de cijfers van de SIOD voor het eerste kwartaal van 2023 blijkt dat in 59% van de controles er effectief ook inbreuken worden vastgesteld. Voor gans 2022 geldt een percentage van 39%, hetgeen hoger is dan het algemeen gemiddelde van 35%.
Via deze link van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst vind je een handig overzicht van de bevoegdheden van de sociale inspectiediensten en de aandachtspunten die specifiek zullen gecontroleerd worden.
Vragen of bijstand bij een controle?
Neem gerust contact op met Mattijs via mail of 056/146254
Geef een reactie